Samenvattend beeld bij de jaarrekening 2022 programma 2.1 Sociaal Domein
De financiële analyses bij de deelprogramma’s zijn opgenomen bij het onderdeel financiële analyses. In dit onderdeel geven we een samenvattend beeld bij de jaarrekening van het gehele programma 2.1 Sociaal Domein.
Het jaar 2022 werd - in financieel opzicht – gekenmerkt door een hoge inflatie als gevolg van verschillende gebeurtenissen op het wereldtoneel. Door middel van verschillende financiële regelingen, zoals o.a. de energietoeslag en het ruimhartig inzetten van ons eigen maatwerkbeleid is in het Sociaal Domein steun verleend aan veel inwoners. Ook vanuit het Rijk zijn hiervoor in stappen verschillende financiële compensatiebedragen ter beschikking gesteld. Tegelijkertijd konden door de krapte op de arbeidsmarkt niet alle geplande activiteiten en ambities doorgang vinden; andere ambities en activiteiten zijn ernstig vertraagd. Dit werd versterkt doordat veel toegevoegde budgetten incidenteel zijn. Op andere onderdelen – zoals individuele jeugdhulp – is sprake van hogere uitgaven dan begroot.
Het Programma 2.1 Sociaal Domein sluit per saldo met een positief bruto resultaat van € 13,4 miljoen. Dit wordt in hoge mate veroorzaakt door incidentele extra baten en meevallers.
Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen in de resultaten per programmaonderdeel in 2022 op hoofdlijnen toegelicht.
Ten opzichte van de Begroting 2022 laten de programmaonderdelen 2.1.1 Basisinfrastructuur en 2.1.2 Ambulante Zorg een vrij stabiel beeld zien. Binnen het programmaonderdeel 2.1.1 is per saldo sprake van een onderuitputting van € 0,9 miljoen. Een belangrijk deel van dit overschot betreft een incidentele meevaller uit afrekeningen uit voorgaande jaren. Binnen het programmaonderdeel 2.1.2 is per saldo sprake van een onderuitputting van € 0,45 miljoen. Het grootste deel hiervan wordt veroorzaakt doordat door de gespannen arbeidsmarkt de verwachte groei in personele bezetting bij de Sociale Wijkteams Amersfoort (SWA) in 2022 niet geheel konden worden behaald. Tegenover deze “meevaller” op dit programmaonderdeel staan hogere zorguitgaven op programmaonderdeel 2.1.3.
Het programmaonderdeel 2.1.3 Specialistische zorg sluit met een overschot van € 5,9 miljoen. Binnen dit programmaonderdeel is een zeer wisselend beeld zichtbaar. De functie beschermd wonen kent een positief saldo van incidenteel € 9,1 miljoen. Dit overschot is incidenteel vanwege de doordecentralisatie beschermd wonen naar de regio en een hogere uitstroom vanuit beschermd wonen naar de Wet langdurige zorg waardoor het verdeelmodel beschermd wonen in onze regio momenteel voordelig uitvalt. De Wmo kent een positief saldo van ongeveer € 1,1 miljoen euro. Op de bedrijfsvoering is er daarnaast een overschot van ongeveer € 0,3 miljoen euro. De Specialistische Jeugdzorg laat daarentegen een tekort zien van per saldo € 4,5 miljoen. Dit tekort is vergelijkbaar met het tekort hierop in 2021. Omdat het Rijk gemeenten – samenhangend met de Hervormingsagenda - een bezuiniging oplegt lopen de middelen voor Jeugdzorg vanaf het jaar 2023 stapsgewijs verder af. De uit te voeren maatregelen uit de nog vast te stellen landelijke Hervormingsagenda jeugd zouden moeten leiden tot een vergelijkbare daling in de uitgaven. Het Rijk heeft echter nog geen duidelijkheid gegeven over de maatregelen die voortkomen uit de Hervormingsagenda Jeugd. Hierdoor zien wij een risico of de bezuiniging vanuit het Rijk voor Jeugdzorg vanaf 2024 (geheel) kan worden gerealiseerd.
Het programma Betaalbaarheid Ondersteuning en Zorg heeft door middel van de gestelde transformatieopgave ook in 2022 bijgedragen aan het betaalbaar houden van de specialistische zorg. De transformatieopgave en bijbehorende financiële opgave is in 2022 naar verwachting grotendeels behaald. In het voorjaar van 2023 wordt de Raad hierover nader geïnformeerd.
Het programmaonderdeel 2.1.4 Opvang kent een incidenteel positief saldo van € 2 miljoen. Dit overschot is onder andere opgebouwd uit een incidenteel voordeel van € 0,9 miljoen aan middelen die in 2022 minder voor Samen Veilig Midden Nederland (SAVE) ingezet hoefden te worden en een incidenteel voordeel van € 0,6 miljoen op de Vrouwenopvang.
Het programmaonderdeel 2.1.5 Diversiteit, integratie en toegankelijkheid laat een positief saldo zien van € 0,39 miljoen. Dit overschot wordt met name veroorzaakt doordat er middelen zijn ontvangen voor de uitvoering van de Wet Inburgering. Nog niet alle middelen hiervan konden in 2022 worden besteed.
Het programmaonderdeel 2.1.6 Werk en Inkomen sluit met een positief saldo van € 4,5 miljoen. Het grootste deel betreffen incidentele resultaten die het gevolg of een afgeleide zijn van de energiecrisis. Op de middelen voor de Energietoeslag is, ondanks inspanning om de doelgroep zo goed mogelijk te bereiken, een incidenteel voordelig saldo van € 2,6 miljoen. Met name de uitvoeringskosten zijn hierbij lager uitgevallen dan geraamd. Daarnaast hebben we bij de decembercirculaire 2022 extra middelen ontvangen van het Rijk om in 2023 nogmaals de energietoeslag aan huishoudens te kunnen verstrekken. Het kabinet heeft gemeenten de mogelijkheid gegeven om € 500 van het bedrag van € 1.300 per huishouden al in 2022 uit te keren en heeft hiervoor aan Amersfoort € 4,9 miljoen beschikbaar gesteld. Dat bedrag hebben we echter niet meer uit kunnen geven in 2022. Deze middelen staan als baat opgenomen onder programma 5.1. De kosten voor het minimabeleid (inclusief maatwerk) laten een tekort zien van ongeveer € 1,0 miljoen.
Op Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemersregeling (TOZO) is een incidenteel positief resultaat gerealiseerd van € 1,1 miljoen door een positieve afrekening uit voorgaande jaren. Ook op de re-integratie middelen is door de nasleep van de coronacrisis een positief resultaat gerealiseerd van € 0,9 miljoen. Op de BUIG uitkeringslasten (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) is in 2022 een negatief resultaat gerealiseerd van € 2,6 miljoen. In de zomerrapportage 2022 was er op de BUIG reeds een nadeel aangegeven doordat er minder baten zijn ontvangen dan begroot. Verder zijn er incidentele overschotten op basis van regionale middelen (onttrokken middelen uit de reserve regionale participatiegelden, ESF subsidies en middelen uit de circulaires) die in de begroting 2022 zijn opgenomen voor de arbeidsmarktregio Amersfoort van ongeveer € 2,1 miljoen. Het exploitatieresultaat van het Regionaal-Sociaal Werkvoorzieningsschap (RWA) laat een voordeel zien van ongeveer € 0,4 miljoen. Ten slotte resteert er nog een positief saldo van € 1,0 miljoen dat met name wordt veroorzaakt door mutaties in de formatie (personele lasten) en een incidenteel voordeel op de lasten van de Individuele Inkomenstoeslag (IIT).
Toelichting Analyses
Een ‘min’ betekent een financieel nadeel voor de gemeente en een ‘plus’ een financieel voordeel. Een ‘I’ staat voor Incidenteel (eenmalig) en de ‘S’ voor Structureel (doorlopend). De financiële analyses zijn op hoofdlijnen en geven de belangrijkste financiële afwijkingen aan. Dat betekent dat de financiële verklaring niet in alle gevallen uitputtend zal zijn. Bedragen onder de € 0,1 miljoen laten wij doorgaans buiten beschouwing in de financiële analyses en de begrotingsrechtmatigheid.